De voor- en nadelen van vrijwillig minder werken voor verschillende socio-economische groepen

Onderzoek toont aan dat minder werken een positieve invloed kan hebben op het welzijn van individuen en dat het kan zorgen voor een vermindering van de ecologische impact. Vrijwillig minder werken, met loonverlies, wordt echter vaak gezien als vooral toegankelijk voor de hogere inkomens. Het zou daarom ook sociale ongelijkheid bevorderen. Dit onderzoek wil inzicht krijgen in de mogelijks verschillende motivering voor en impact van vrijwillig minder werken op verschillende socio-economische groepen. Kiezen lagere inkomens om andere redenen voor een vrijwillige vermindering van de werkuren en welke impact heeft deze vermindering dan?

Op basis van Persson O., Larsson J. & Nässén J. (2022). Working less by choice: what are the benefits and hardships?. Sustainability: Science, Practice and Policy, 18:1, 81-96.

 

Context en methoden

De gemeente van Gotenburg (Zweden) gaf vanaf 2015 alle medewerkers die voor de gemeente werkten het recht om verminderde werkuren aan te vragen. Deze vermindering kon gaan tot 50% van een voltijdse werkweek en had geen motivering nodig. Wel zou deze vermindering komen met wat loonverlies (naar verhouding van de vermindering). Oversten mochten zo’n verzoek ook niet weigeren zonder eerst naar een oplossing te zoeken samen met de HR-dienst. De gemeente zag dit als een stap naar een beter work-life beleid.

 

3331 werknemers van de gemeente die de optie van deeltijds werk hadden gekozen na voltijds gewerkt te hebben werden door de onderzoekers geïdentificeerd als gepast om deel te nemen aan het onderzoek. Deze werden in 2016 via e-mail gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk vulden 994 de survey in. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 48 jaar en het gemiddelde maandelijks inkomen was 3200 euro. In de gemeentelijke diensten is het grootste deel van de werknemers vrouw, zo’n 78%. Van degene die opteerden voor de deeltijds optie was 88% vrouw. Dit is in lijn met gegenderde rolpatronen en vrouwen die daarom vaker kiezen voor deeltijds werk dan mannen.

 

In de survey werden allerlei vragen gesteld over de motieven voor deeltijds werk, hun gezondheid, veranderingen in tijdsbesteding en de positieve en negatieve gevolgen van vrijwillig minder werken.

 

Bevindingen

Opvallend in deze groep van respondenten was dat niet enkel de hogere inkomens kozen voor een vermindering van werkuren. Veel van de respondenten behoorden tot de groep van lagere of meer gemiddelde inkomens.

 

Motivering

De motivering voor het kiezen voor minder werkuren ligt in lijn met eerder onderzoek, zijnde de wens voor meer tijd voor vrienden, gezin, familie en vrije tijd. Anderzijds wordt voltijds werk ook vaak gezien als mentaal en fysiek te zwaar en wil men daarom minder werken. Dit is vooral het geval bij de handarbeiders en kan waarschijnlijk beter geïnterpreteerd worden als een copingmechanisme om om te gaan met de ongunstige werkomstandigheden.

 

De keuze voor vrijwillig minder werken had voor velen meer te maken met een wens voor een meer gebalanceerd leven en omgaan met zwaar werk, dan met ecologische motieven.

 

Impact

De verschillende socio-economische groepen besteedden de extra vrije tijd aan gelijkaardige zaken, zoals ontspanning/slapen, beweging en sociale contacten met vrienden en familie. Degene die kozen voor extra vrije dagen per week deden ook meer korte trips. Velen ervaarden meer tijd, een betere gezondheid en hogere energieniveaus.

 

Negatieve gevolgen van het minder werken met loonverlies was dat men vaker piekerde over het pensioen en het aan elkaar knopen van de financiële eindjes. Dit piekeren en deze financiële moeilijkheden kwamen veel vaker voor bij de handarbeiders en lagere inkomens dan bij de hogere inkomens. De hogere inkomens ervaarden dan weer meer stress rond werk en hadden vaker het gevoel dat ze harder moesten werken in de kortere werkweek.

 

Conclusie

Met betrekking tot de motivering voor minder werken kunnen we ons afvragen of handarbeiders wel echt ‘vrijwillig’ kiezen om minder te werken. In dit onderzoek lijkt het meer een copingmechanisme om om te gaan met de slechte werkomstandigheden. Deze groep ziet ook financieel meer af van deze beslissing.

 

Terwijl hogere inkomens een beter welzijn ervaren en meer tijd kunnen besteden aan sociale contacten en vrije tijd, hebben zij op het werk wel het gevoel harder te moeten werken en ervaren ze hier meer stress. Dit kan het gevolg zijn van meer doelgericht werken in dit soort beroepen, waarbij de doelen niet zo gemakkelijk kunnen aangepast worden aan wat minder werken.

 

Er zijn dus gelijkenissen, maar zeker ook verschillen in de motivering en de gevolgen van een arbeidsduurvermindering met loonverlies tussen verschillende socio-economische groepen. Deze bevindingen kunnen helpen het beleid gelijker te maken, door bv. de lagere inkomens een vermindering in uren aan te bieden zonder loonverlies. Ook het punt van werkdruk bij hogere inkomens is belangrijk om mee te nemen.