Besteden vrouwen en mannen hetzelfde aantal extra vrije uren op dezelfde manier?
Eind vorig jaar verscheen een artikel over de impact van de arbeidsduurvermindering in Frankrijk (van 35u naar 39u/week) op onbetaalde arbeid bij vrouwen en mannen. Wij vatten het hier kort samen:
How do women and men use extra time? Housework and childcare after the French 35-hour workweek regulation (A. Pailhé, A. Solaz & A. Souletie, 2019).
Aan de hand van de invoering van de kortere werkweek in Frankrijk, willen de auteurs van deze paper gaan onderzoeken of het verschil in tijd besteed aan onbetaalde arbeid tussen vrouwen en mannen te verklaren valt door de ‘time availability perspective’ of door de ‘gender-based perspective’. Hun bevindingen tonen aan dat wat mannen en vrouwen met extra vrije uren doen niet enkel te maken heeft met de beschikbaarheid van tijd, maar dat dit vooral zeer gegenderd is.
Verschillende perspectieven op de ongelijke verdeling van onbetaald werk
In deze paper worden twee theoretische perspectieven getoetst, enerzijds het ‘time availability perspective’ en anderzijds het ‘gender-based perspective’. Het eerste perspectief stelt dat de tijd besteed aan onbetaalde arbeid afhankelijk is van de tijd besteed aan betaalde arbeid. Mannen spenderen meer tijd aan betaalde arbeid en hebben dus minder tijd voor onbetaald werk. Het tweede perspectief stelt dat de tijd besteed aan betaalde en onbetaalde arbeid samenhangt met verwachtingen en houdingen op basis van gender. Zo wordt huishoudelijk werk vaak nog gezien als iets dat vrouwen doen en zorgzaamheid als een vrouwelijke eigenschap.
Om deze perspectieven te toetsen gaan de onderzoekers kijken naar de invloed van de vermindering in wettelijke werkuren die in Frankrijk plaatsvonden eind jaren ’90- begin 2000. Heel wat grotere bedrijven zijn in die periode overgestapt naar contracten van 35u/week, een vermindering van vier uur t.o.v. de vroegere 39u/week. Deze wettelijke veranderingen zijn uiteindelijk niet in alle sectoren en bedrijven doorgevoerd, waardoor nog een deel van de bevolking 39 uur per week werkt. Op basis van tijdsbestedingsdata analyseren de onderzoekers de verschillen tussen zij die in een systeem van 35 uur werken en zij in dat van 39 uur. Dit doen ze zo’n zeven tot acht jaar na de verminderingen (data van 2009-2010) en onderzoeken zo de effecten op middellange termijn. Ze kijken naar wanneer bepaalde activiteiten zoals huishouden en kinderzorg worden gedaan (weekdagen of weekend), welk soort activiteiten gedaan worden (ze onderscheiden tijdsflexibele van tijdsinflexibele taken) en naar het voorkomen van multitasking (het combineren van een activiteit met een andere). Hun analysemethode is Propensity Score Matching.
Impact van minder werken op vrouwen en mannen
Mannen bleken deel van hun (tijdsflexibele) taken die ze normaal in het weekend deden te verplaatsen naar weekdagen. Op deze weekdagen hadden ze door de vermindering van werkuren wat meer tijd. De taken die mannen doen blijven echter zeer genderspecifiek. Vrouwen daarentegen doen vaker minder flexibele taken in het huishouden zoals koken, afwassen etc. Het minderen in werkuren heeft voor deze taken dus niet gezorgd voor een herverdeling tussen weekdagen en weekends, omdat dit soort taken niet makkelijk uit te stellen of te verplaatsen zijn in tijd. Toch zagen de onderzoekers dat vrouwen tijdens weekdagen minder tijd besteedden aan multitasking, wat voor minder tijdsdruk en mentale werklast kan zorgen. In vergelijking met mannen die langere werkweken hebben, spenderen mannen met een vermindering iets meer tijd per dag aan huishoudelijk werk (met een shift van weekend naar weekdag). Vrouwen met een vermindering in werkuren spenderen dan weer meer tijd aan kinderzorg, zowel op weekdagen als in de weekends. Volgens de auteurs worden gender identiteiten in het weekend meer bevestigd. In het weekend zijn taken zichtbaarder voor anderen en wordt er aan gender gedaan, door taken te doen in lijn met het eigen gender.
Het minderen in werkuren en wat er met de extra vrije uren gedaan wordt, is dus zeer verschillend voor mannen en vrouwen. De auteurs bevestigen hierbij het ‘gender-based perspective’. Meer tijd wordt wel besteed aan sociale en familiale activiteiten, maar ook daar blijven genderverschillen qua hoeveelheid en timing bestaan. Het is volgens hen belangrijk effecten op gendergelijkheid mee te nemen in beleidskeuzes.